Ergens tussen Angst en Verlangen,

neem ik jullie mee naar een moment uit mijn tijd als wiskundestudent.
Enkele woorden, een hele zin of meerdere bladzijdes liggen voor mij. De letters ken ik, maar ik snap niets van wat er staat. Het lijkt ongrijpbaar en onmetelijk veel te zijn, nooit zal ik het beheersen. Uren zit ik met een kop thee de woorden te bestuderen. De woorden blijven hetzelfde, die staan vast op het papier, maar gedurende deze uren is er ongelooflijk veel beweging. Het is een kolk aan gedachten -gevoelens , snelle en trage, vastlopend en hopend. Nu gaat het om het moment nét voordat ik het snap. Een hapering, willen vastgrijpen maar net door je vingers laten glijden. Het gevoel dat je woorden hebt, meningen en volzinnen, maar als je begint met verwoorden de zin niet vol raakt  en de mening niet concreet wordt. Een wonderbaarlijk en ontroerend gevoel,  een moment dat  mijn werk is.

Een werk dat onderzoekt hoe de juiste sfeer en ritme te creëren zodat het publiek zich laat vasthouden en zelf loslatend is.
Mijn werk tracht een onderbreking van de continuïteit van het dagelijks leven zijn. Even ontkoppelen om opnieuw te kijken, opnieuw waar te nemen .


Het gaat niet enkel over onduidelijkheid of verwarring. Maar binnen bekende kaders een nieuw perspectief te krijgen. De kortste afstand tussen twee punten is een rechte lijn maar …en… of… bovendien …echter… toch… hier, bij ons op aarde is deze rechte lijn een kromme lijn.
Deze shift in perspectief, die niet vertaald kan worden in verbindingswoordjes zou ik willen vertalen met kunst. Mijn werk is maar-en-of-bovendien-echter-toch, passies voor denken, onzekerheid en angst ontvouwen zich.